Waterstofraceauto TU Delft maakt eerste meters (en zijn voorganger is straks te bewonderen op TechniShow 2024)

Deel

Gekopieerd

De waterstofraceauto van het Forze Hydrogen Racing Team, gebouwd door verschillende generaties studenten van de TU Delft heeft zijn eerste meters gereden op het circuit van Zandvoort. Chief Engineer Quinten Bongers: “We zijn een waterstofsysteem en een raceauto tot de limieten aan het testen”. In maart is de auto (met een paar teamleden) te bewonderen op TechniShow 2024.

Het zal zelden zo spannend zijn geweest op circuit Zandvoort. Of tenminste, zo zullen de Delftse studenten van het Forze Hydrogen Racing Team het hebben ervaren. Al sinds 2007 is een wisselende groep studenten van de technische universiteit bezig met het ontwikkelen van een racewagen die op waterstof rijdt en vorige week was de vuurdoop van de Forze IX: sneller en meer kracht dan zijn voorgangers, zonder uitstoot. Volgens het team een doorbraak in duurzaam racen.

Bodyworks
“De afgelopen vier jaar hebben we gewerkt aan het ontwerp van deze revolutionaire raceauto”, zegt Quinten Bongers. Op Zandvoort had het team twee dagen de beschikking over het circuit. “De week voordat we echt naar het circuit zouden gaan, bleven mensen steeds langer doorwerken. Dat was ook mooi om mee te maken: Een deel van het team dat tot ver in de nacht aan het werk is waarna het andere gedeelte van het team daarna weer klaarstaat.”

Op vrijdag voor Zandvoort moesten eerst alle functies het doen: sensoren, wielen, pompen, meters. “Op zondagavond is een deel van het team naar huis gegaan om te slapen, een ander deel bleef achter om te werken aan de auto. Er was een elektrisch probleem, een kortsluiting in de auto. Maar er zit meer dan 3 kilometer aan kabels in de wagen. We moesten alles doormeten en controleren in de software. Om 2 uur in de nacht hadden we het probleem gevonden. Zeven uur later hadden we het probleem opgelost.”

Gecontroleerd
Voordat een racewagen de track op mag, moeten alle bouten, de vering en het frame worden gecontroleerd. Dat duurde bijna een hele dag. “Om 17.45 uur, een kwartier voordat we de baan af moesten, zetten we de Forze IX op de goede plek op de baan. En toen… hij reed niet. We hoorden geratel, we wisten niet wat er was. Toen hebben we de wagen ouderwets heel even aangeduwd. Dat werkte.”

Die eerste meters waren nog zonder de front assembly, het neusstuk met koplampen, vloer, motorkap. Die paste namelijk niet. Vanwege de kou was het materiaal iets gekrompen. Jammer voor de foto’s, maar de vreugde was niet minder: de Forze IX kan rijden.

Bewijzen
Die maandagavond vertrok het team weer naar Delft en onderweg naar huis ontdekten ze in de data wat het probleem was. De elektromotor leverde te weinig kracht en ‘schoot’ als het ware terug. De motor pakte het momentum niet, dat was het geratel. En dinsdag om zes uur ’s ochtends stond het team er weer en kon de bolide rondjes rijden.

Een snelle ronde maken wordt de volgende stap, zegt Bongers. “Dan kunnen we echt racen. We zijn een waterstofsysteem en een raceauto tot de limieten aan het testen en willen laten zien dat hij een normale brandstofauto kan verslaan. Waarom? Dan bewijzen we de kracht van waterstof voor verschillende toepassingen. Behalve dat we de techniek verbeteren, willen we waterstof ook promoten bij het publiek. En ook daarom staan we in maart met ons team en de Forze VIII op TechniShow 2024. Juist om de wereld te laten zien wat technisch mogelijk is.”

Gerelateerde artikelen